de sjabloon
/
het sjabloon
Is het de of het sjabloon?
Het enige lidwoord wat goed gebruikt kan worden bij sjabloon is ‘de’. Het sjabloon klinkt misschien wel goed, maar kan niet goed gerekend worden.
Is het "die sjabloon" of dat "sjabloon"?
die sjabloon
/
dat sjabloon
Volgens de online Van Dale zijn zowel ‘de’ als ‘het’ sjabloon mogelijk.
Wat Van Dale zegt is doorgaans juist, maar vergeet niet dat bij de vraag ‘de of het’ geldt dat als beide daarin worden genoemd, het oorspronkelijke lidwoord nog steeds de voorkeur heeft en het andere lidwoord uitsluitend wordt vermeld ‘omdat dat tegenwoordig ook wel wordt geaccepteerd’ en dit dus nooit het andere lidwoord zal ‘vervangen’. Daarbij is het mogelijk dat beide lidwoorden kunnen bestaan , maar het woord bij elk ervan een andere betekenis heeft.
Een goed voorbeeld: ‘account’ (rekening, aanmelding) is van origine en nog steeds een de-woord. Oogluikend wordt, naar verluidt vanwege een vergissing op de vertaalafdeling bij MS in de tijd van MSN (eind 90 – begin 00), waarin ook veel mensen zich op het internet gingen begeven en voor het eerst met het woord ‘account’ te maken kregen, dankzij een vertaalfout daarin ‘het’ tegenwoordig geaccepteerd, terwijl Van Dale toch echt een goed onderscheid maakt tussen beide vormen, die een verschillende betekenis hebben. Ook blijft het oorspronkelijke lidwoord altijd de voorkeur houden, mede doordat er geen enkele taalkundige onderbouwing is voor gebruik van ‘het’. Woorden uit het Engels krijgen immers altijd ‘de’ tenzij er een goede vertaling voor is, en in dat geval neemt het woord het lidwoord daarvan over, zoals hier van ‘de rekening’, maar ‘het’ bij een ticket (het kaartje).
De woordenlijst (op woordenlijst.org) is overigens niet leidend, dus ga voor een lidwoord nooit daarop af; die zegt uitsluitend iets over de spelling van woorden, niet welk lidwoord juist is.
Interessant over de/het account. Dat wist ik niet. Maar zeg nooit nooit. Wat dat betreft, nu we 8 jaar verder zijn sinds jouw reactie, is er nog weinig over van ‘de’ account, bijvoorbeeld. In evolutionaire processen (zoals in de taal) is oorsprong irrelevant. Niet helemaal natuurlijk: het is zeker niet oninteressant en vaak ook betekenisvol en een oorsprong kan allerlei interessante transformaties en complexe meervoudige hercontextualiseringen ondergaan en zo een totaal eigen leven gaan leiden, maar zeggen dat het nooit vervangen wordt (in dit geval) of iets dergelijks is simpelweg onjuist. Uiteindelijk, ondanks de Nederlandse prescriptieve tendensen in de taalkunde, volgen de taalkunde en haar regels altijd de werkelijkheid en niet andersom. If it’s in the game, it’s in the game. 🙂
@Robbie, je verwijst naar het ‘oorspronkelijke’ lidwoord als enig juiste, maar hoe weet je dan wat ‘oorspronkelijk’ is? Is dat de versie van het lidwoord toen een of ander persoon het woord schiep? Weten we het scheppingsverhaal van alle woorden altijd precies? De meeste woorden worden niet geschapen, maar ontwikkelen zich uit andere woorden. Volgens de definitie dat je altijd het oorspronkelijke lidwoord moet gebruiken, moet je – om consequent te zijn – dus ook altijd het oorspronkelijke woord gebruiken. Dus niet ‘muur’ maar ‘murus’ enz?
Wat ‘juist’ is, is wat algemeen geaccepteerd wordt, dat is het enige criterium. Van Dale is een aardige leidraad om dat te achterhalen. Opvallend is dat veel mensen algemene acceptatie als een natuurwet gaan beschouwen.
Toch even dit hoor: “Het enige lidwoord” DAT “goed gebruikt kan worden […]”